Yadeborg biedt alleenstaande minderjarige vreemdelingen opvang in onze Procesopvanglocaties (POA). Jonge alleenstaande statushouders vinden een veilig thuis in onze Kleine Wooneenheden (KWE's).
Ook vangen we meerderjarige (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel op. Hen bieden we opvang, begeleiding en ondersteuning binnen de Categorale Opvang Slachtoffers Mensenhandel (COSM).
Veel van onze bewoners hebben traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Daarom is het belangrijk dat ze bij ons een veilige basis vinden. Hier krijgen ze de tijd om tot rust te komen, en de ruimte om vooruit te kijken naar de toekomst en hun verdere ontwikkeling.
Yadeborg staat voor diversiteit en werkt kleinschalig. Onze verschillende locaties worden vanuit die visie vormgegeven. Kleinschaligheid is voor Yadeborg een belangrijk uitgangspunt om een goed pedagogisch leefklimaat te creëren en maatwerk te kunnen bieden in de individuele begeleiding.
Yadeborg is een zelfstandige, toekomstgerichte organisatie die voortdurend naar oplossingen en innovatie zoekt, zowel in als buiten ons eigen werk. Gemeenten en anderen die op dit dossier willen samenwerken en op zoek zijn naar passende oplossingen voor de slachtoffers, kunnen ons benaderen. We gaan graag met hen om tafel om te zien wat we samen kunnen bereiken.
In de binnentuin van de Procesopvanglocatie AMV in Vries zoekt Maria een plekje op de tuinbank in de zon. Een interview over haar en haar werk? Zij is er klaar voor. Kom maar op, lijkt ze te zeggen.
De energie die ze uitstraalt is haar niet altijd in dank afgenomen. ‘Ik ben in het verleden door collega’s wel eens aangesproken op mijn aanwezigheid. Mijn stem is hard en mijn lach uitbundig. Toen ik telefoniste-receptioniste was hadden mensen er last van. In die functie word je geacht stil te zijn en dat was dan ook niets voor mij.’
Het is niet de enige baan die op het cv van Maria prijkt. Zo was ze eerder ondernemer met een eigen kinderopvang, werkte ze in de maatschappelijk juridische dienstverlening en beklom ze als zangeres van Maria Tuni & Special D’Facts tal van podia.
Tot er door corona en de lockdown een eind aan kwam, trok ze in Groningen drie jaar lang langs alle buurtcentra om met haar stem en muziek kinderen te activeren en stimuleren. ‘Ik heb altijd van kinderen gehouden. Kinderen die eigenzinnig zijn en weten wat ze willen. Als ik ontdek welke kwaliteiten ze hebben en hen kan motiveren die te ontwikkelen dan maakt me dat blij.’
In 2023 besluit Maria een nieuw pad in te slaan. ‘Ik houd van verandering en besloot de BBL-opleiding Begeleider maatschappelijke zorg te gaan volgen. Om de opleiding te mogen volgen is het verplicht dat je in die sector werk hebt. Toen ik me in september inschreef voor de opleiding kreeg ik ook de uitnodiging voor een gesprek bij Yadeborg en viel alles opeens op zijn plek. Nu werk ik 24 uur in de week en volg ik 1 dag de opleiding.’
Bij de jongeren en collega’s van Yadeborg voelt ze zich als een vis in het water. Met veel expressie en gebarend met beide handen vertelt ze: ‘Ik ben niet iemand die op zijn kont kan zitten, ik werk niet voor de gemeente. Aanpakken doen we hier allemaal, zodat alle kinderen naar hun afspraken kunnen. Dat iedereen dat doet motiveert je om door te gaan.
Het belangrijkste is dat de jongens weten dat ik er ben en dat ze me alle vragen kunnen stellen. Ik ben er voor de lastige dingen, maar ook voor de gezelligheid en om leuke dingen met hen te doen. Ik activeer de jongeren om naar school te gaan en hun dagelijkse werkzaamheden te doen.
Weet je, verschillende jongens spreken me aan met Mazu, moeder.’
De jongeren voorbereiden op een verblijf in Nederland, dat ziet Maria als belangrijkste taak in haar werk. Taal is daarbij essentieel. ‘Ze moeten zich onze taal eigen maken om iets te bereiken voor hun toekomst, hun opleiding, hun werk en om later hun eigen kinderen zelf ook weer goed te kunnen begeleiden. De jongens staan er voor open, maar ze moeten het vooral toch zelf doen.’
‘We observeren constant. Als we zien dat een jongere die altijd vrolijk is plots op zijn kamer blijft dan bespreken we dat met de collega’s. We gaan met hem praten om zo te achterhalen wat hem dwars zit. Je moet dat doen. Je moet zo’n kind benaderen, want wat als je geen contact weet te leggen.’
‘Het is ook interessant om te weten waarom mensen dingen doen zoals ze die doen. Ik probeer zelf altijd te analyseren wat voor kinderen het zijn, welke krachten hebben ze?
We kregen hier een jongen – nu een mentorkind van mij - die speelt op de Krar, een muziekinstrument. Djembéleraar Pape Seck die hier een workshop kwam geven, wees ik op zijn talent. En even later zat hij met zijn eigen instrument mee te spelen terwijl de andere jongens van de groep op de djembé trommelden. Toch mooi dat zo’n jongen dan de erkenning en waardering krijgt die hij nodig heeft.’
Iets meer dan een half jaar geleden belt ze in Vries bij Yadeborg aan. Nu ze met pensioen ging wilde ze een deel van haar tijd geven aan mensen die hun land moesten ontvluchten. Kijken wat zij voor hen en Yadeborg kon betekenen met haar eigen passie voor lesgeven.
Dat verantwoordelijkheidsgevoel zit in haar. ‘Het is mijn progressief christelijke achtergrond die maakt dat ik wat wil doen met mijn zorg voor de wereld’, legt Regina Plas Strijker uit.
Nu, bij Yadeborg kan ze zeker iets doen. Nederlandse les geven aan de bewoners. Eerst voor korte tijd bij de alleenstaande minderjarigen van de POA, om zich vervolgens te wijden aan taallessen voor de slachtoffers van mensenhandel die bij Yadeborg opvang en ondersteuning vinden.
Met haar ervaring als docente Nederlands en zelfstandig trainer/coach heeft ze bagage genoeg, maar durft en wil ze ook deze uitdaging aan?
‘Toen mijn werk voor de jongeren ophield vroegen Patricia en Jori mij of ik de taallessen ook wilde geven aan deze groep mannen. Mijn eerste gedachte was, dat ga ik niet doen. 11 getraumatiseerde mannen en een wit juffie, is dat wel een veilige situatie? Ik leerde snel dat dat vooroordeel ook weer aan de kant kon.’
Afleiding
Regina’s aanwezigheid vult de ruimte met warmte en ze straalt wanneer ze over haar werk vertelt. ‘Het is de leukste ochtend van de hele week.
Voor mijn lessen moet ik de positieve energie van de groep hebben. Door met elkaar plezier te hebben kom je meteen in de goede leerstand. Deze mannen komen uit een verdrietige situatie en dan is het mooi om plezier te hebben, gezien te worden en mee te tellen. Hier is het gezellig en hoeven ze het niet over hun zorgen te hebben. Eigenlijk ben ik gewoon een leuke afleiding en dat vind ik best.’
Dat de mannen in het onderricht afleiding vinden betekent niet dat de lessen weinig voorstellen. Regina: ‘Met mijn didactische bagage zit het wel goed. Maar hoe leer je een niet Nederlandstalige onze taal? Het was een zoektocht naar een goede methode en ik had geen zin om die weer zelf te ontwikkelen. We volgen nu een NT2 methode en op internet vond ik Juf M. Zij is super, een geweldige juf en mooi voorbeeld voor mij. De mannen zijn niet verplicht mijn lessen te volgend, maar iedereen is steeds aanwezig. Dat is fantastisch. De mannen leren zo snel.’
Onderwijzen op de COSM (Categorale opvang Slachtoffers mensenhandel) is les geven onder bijzondere omstandigheden. ‘Eén ding wat zeker lastig is, is dat ze hier slechts zo’n 3 maanden blijven en vanuit een traumatische situatie hier in veiligheid worden gebracht. Iedereen hier is vastgelopen door misbruik.
In mijn groep zit een groot verloop. Ik werk met mannen die hier maanden zitten en met anderen die net binnenkomen en niet verder komt dan “Hallo”. Sommige mannen zouden het gymnasium aan kunnen, anderen zijn nog analfabeet. Ik moet leren door te gaan met het plusprogramma en tegelijkertijd de mensen die nieuw binnenkomen op gang te helpen.’
Inburgering
‘Ik doe niet aan inburgering. Tegelijkertijd probeer ik wel een norm neer te zetten. Dat is dat mensen volstrekt gelijkwaardig zijn. Ik vind het belangrijk dat mensen elkaar als persoon zien, ieder met zijn kwaliteiten en dat we elkaar evenwaardig behandelen.
Voorzichtig boetseer ik aan de normen die we hier hebben. Dat laat ik zien door hen zelfwaardering te geven en mijn waardering te laten zien. Ik let er bij trainingen altijd op dat ik in contact ben met iedereen zonder tekenen te tonen van voorkeur in sympathie.
Vanaf de eerste dag is het de vraag, hoe begroet je iemand? Als slachtoffer of begroet je hen enthousiast als een groep winnaars en bemoedig je hen.
Ik heb zelf ook aldoor die hulpneiging. Wat kan ik doen om hen verder te helpen? Ik heb me voorgenomen om hen in die 2 uur te helpen en hen te laten zien dat het fijn is om te leren en het met elkaar goed te hebben.
Toen de mannen me vroegen: “Docent, kunnen we meer lessen krijgen?”, heb ik nee gezegd. Na mijn les op woensdag neem ik ze in gedachten mee naar huis. En ik ken me zelf, ik moet me er niet in verliezen.’