Wie zijn wij en wat doen we?

Yadeborg biedt alleenstaande minderjarige vreemdelingen opvang in onze Procesopvanglocaties (POA). Jonge alleenstaande statushouders vinden een veilig thuis in onze Kleine Wooneenheden (KWE's).

Ook vangen we meerderjarige (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel op. Hen bieden we opvang, begeleiding en ondersteuning binnen de Categorale Opvang Slachtoffers Mensenhandel (COSM).


Veel van onze bewoners hebben traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Daarom is het belangrijk dat ze bij ons een veilige basis vinden. Hier krijgen ze de tijd om tot rust te komen, en de ruimte om vooruit te kijken naar de toekomst en hun verdere ontwikkeling.

 

Yadeborg staat voor diversiteit en werkt kleinschalig. Onze verschillende locaties worden vanuit die visie vormgegeven. Kleinschaligheid is voor Yadeborg een belangrijk uitgangspunt om een goed pedagogisch leefklimaat te creëren en maatwerk te kunnen bieden in de individuele begeleiding.

 

Yadeborg is een zelfstandige, toekomstgerichte  organisatie die voortdurend naar oplossingen en innovatie zoekt, zowel in als buiten ons eigen werk. Gemeenten en anderen die op dit dossier willen samenwerken en op zoek zijn naar passende oplossingen voor de slachtoffers, kunnen ons benaderen. We gaan graag met hen om tafel om te zien wat we samen kunnen bereiken.

'Dit doe je met je hart, niet omdat je moét werken...

Ze is bij Yadeborg een van de oudst-gedienden, toch is ze nog slechts 33 jaar jong.       
Als stagiaire van de opleiding sociaal agogisch kwam ze in contact met Jade, de organisatie waaruit Yadeborg ontstond.
In de jaren dat Demi Mulder nu voor de organisatie werkt, was ze overal actief. Bij het vroegere Jade-college, de beschermde opvang, bij de COSM en de Procesopvanglocatie. Nergens zat ze echter zo op haar plaats als hier in Assen bij de Kleinschalige Opvang (KSO). ‘Hier heb ik een eigen plek, stel ik mijn eigen agenda op en als iets niet goed loopt ben ik verantwoordelijk’, zegt Demi.

Lange wachtlijst
In het huis begeleidt ze vier jongeren met verschillende achtergronden. ‘Ik gaf bij Nidos (de enige voogdij- en opvangorganisatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen) aan dat ik graag een groep van een gemixte samenstelling in huis wilde. Dat werkt volgens mij beter dan wanneer alle jongeren uit één land komen. En er werd naar me geluisterd.’ 
Nidos besluit welke jongeren een plaats in een KWE krijgen en waar. Daarvoor moeten ze in ieder geval een verblijfsvergunning voor 5 jaar hebben, redelijk zelfstandig zijn én op weg naar zelfstandigheid dingen willen leren.
De vraag naar een plek in een KSO is groot. Er zijn te weinig huizen en de verlengde opvang maakt dat jongeren die eerst tot hun 18e jaar in een KWE terecht konden, nu – wanneer dat nodig is – ook mogen blijven totdat ze eenentwintig worden.

Veel praten
De jongens in de KWE van Demi zijn nog jong, van 17 tot 19 jaar. ‘Ik regel heel veel voor hen, vooral praktische zaken zoals een bezoek aan de tandarts of huisarts, afspraken op school, werk zoeken. Het zijn nog gewoon pubers die van alles moeten leren, verantwoordelijkheid dragen bijvoorbeeld. De ene dag hebben ze zin om dingen te doen en de andere dag hebben ze bij wijze van spreken een schop onder de kont nodig om in actie te komen. Daarin verschillen ze niet met Nederlandse jongeren op die leeftijd.
Ze moeten het huis samen schoonhouden en dat gaat met vallen opstaan.
Deze jongeren willen veel weten, zijn geïnteresseerd. Ze beheersen de taal zo goed dat je met hen gesprekken op niveau kunt hebben. We praten dan ook veel. Het begint klein, over eten bijvoorbeeld. In de loop van de tijd kom je over dieperliggende onderwerpen te praten. Over wat je kunt verwachten wanneer je in Nederland 18 wordt. Over school, werk, familie, seksualiteit, waarden en normen - alles komt aan de orde, maar centraal staat toch vooral respect. Je ziet dat in de loop van de tijd bij veel jongens het begrip van gelijkwaardigheid ontstaat.’

‘Wanneer ze een certificaat krijgen van de Internationale Schakelklas dan ben ik erbij. Andere leerlingen kunnen er met hun ouders heen en voor hen doe ik dat. Het is belangrijk voor de jongens en daarmee is het ook belangrijk voor mij. Ze zeggen wel vaker dat ik een soort moeder voor hen ben. Het doet hen goed als ik zeg dat ik trots op hen ben. Je ziet het in hun houding. Die wordt zelfverzekerder. Je ziet ze dan letterlijk groeien. In de loop der jaren ben ik bij heel wat uitreikingen van certificaten geweest.’

Mee op sleeptouw
‘Het komt vaker voor dat jongeren die hier gewoond hebben langskomen, al is het alleen maar om even hun gezicht te laten zien. Dat vind ik wel gezellig. Het is ook goed dat deze oudere jongens de jongeren die ik nu in huis heb mee op sleeptouw nemen. Zo wordt hun netwerk wat groter.

Een jongen die ik al op de Procesopvanglocatie begeleidde, kreeg ik later hier in de KWE. Hem zag ik opgroeien van jongen tot volwassen man. Hij is nu een jaar weg, heeft zijn familie bij zich en heeft zijn rijbewijs. Ik had een bijzondere band met hem en zijn familie is erg dankbaar dat ik op hun kind gepast heb en voor hem gezorgd heb.’

Met je hart
’Doordat je voor langere tijd én in een belangrijke fase van hun leven met hen optrekt, creëer je een vertrouwensband met de jongens. Ik vraag hen, wat wil je leren? Wat kan ik voor je doen? Doordat ik veel met hen praat zie ik of het hen goed gaat of niet.  Bij de intake vertel ik ze al dat ze hulp kunnen krijgen wanneer ze het moeilijk hebben.
En steeds let ik signalen; eten ze goed, blijven ze veel in bed en op hun kamer.
Nog maar één keer heb ik hulp moeten zoeken bij de Evenaar* omdat het met een jongen geestelijk niet goed ging. Dat gaat je aan het hart.
Dit werk moet je ook met je hart doen. Niet omdat je moét werken. Het gaat om de affectie die je hebt voor deze doelgroep en diezelfde affectie zie ik terug bij al mijn collega’s die in de KWE werken.’

 

* De Evenaar is een GGZ instelling die specialistische geestelijke gezondheidszorg biedt aan mensen met een migratieachtergrond.

Vrije tijd is een onbekend begrip

Yadeborg wil zich als organisatie voortdurend ontwikkelen en verbeteren. Een belangrijk doel is het aantal incidenten* tussen jongeren te verminderen. In de zoektocht naar een oplossing stuitte Marco de Priester dankzij inbreng van de jongeren op vrije tijd en het onvermogen daar goed mee om te gaan. Groeien onze Nederlandse jongeren van kleins af aan op met vrije tijd, voor veel van de alleenstaande minderjarige vluchtelingen is het een onbekend fenomeen.

Marco: ‘met een medestudent en teamleider had ik wat ideeën die zouden kunnen bijdragen aan preventie van incidenten. Met design thinking willen we in een aantal stappen van de huidige naar de gewenste situatie komen. Daarbij wilden we onze jongeren betrekken, maar al snel bleek dat ons plan bij hen niet aansloot. Het had hun interesse niet. Daarop vroegen we de jongens ons te helpen. En dat werkte.


Het grootste probleem van de jongeren bleek vrije tijd en verveling te zijn. In gesprekken en in tekensessies met hen kwam het duidelijk naar voren. Veel van de tekeningen die zij hierover maakten spraken boekdelen. “Vrije tijd mijnheer, probleem”, hoorden we. Hun inbreng heeft ons wakker geschud.

Voor onze jongeren is vrije tijd een nieuw begrip. In hun eigen land stonden ze bijna steeds vroeg op om tot laat te moeten werken. Nu hebben ze hier plots zeeën van tijd terwijl er voor hen weinig structureel te doen is. Dat geeft stress en te veel tijd om aan thuis te denken. Dan gaat het in hun hoofd malen. Het inzicht dat 5 uur Netflixen hen geen goed doet, hebben ze niet.

Bij Yadeborg hechten wij erg aan een goede dagstructuur. Vrije tijd is daar onderdeel van, dus hoe komen we tot een structurele en zinvolle tijdsbesteding? Voor de jongeren is het moeilijk om zelf een oplossing te bedenken. Veel van wat zij bedachten bieden we al en het materiaal waar zij om vragen is al beschikbaar.

Daarom legden we ons team de vraag voor. Hoe creëren we handvatten voor mentoren om tot een goede invulling te komen van de vrije tijd van onze jongeren?

Het resultaat ligt er nu in de vorm van een Vrijetijdswijzer. Een aantal mentoren zijn dit eerste concept nu aan het testen. Met de Vrijetijdswijzer kunnen zij tijdens een wandeling of een praatje in gesprek gaan met de jongeren. De opgave is te ontdekken wat de interesse van de jongere heeft en daar met maatwerk op aan te sluiten. Wij geven nu meer ideeën en suggesties wat zij zouden kunnen doen. Voorwaarde is wel dat het binnen het bereik van het openbaar vervoer moet liggen én gratis is. Want zelf hebben ze er geen budget voor.


Onze gids moet een levend document worden waarbij we steeds aanvullen wat kan en wat een succes was. We zoeken mogelijkheden bijvoorbeeld via de Sociale Kaart Assen. Kunnen wij onze jongeren koppelen aan bestaande initiatieven? En dankzij een bijdrage van het Sportfonds kan een jongen op dit moment paardrijden.
De Vrijetijdswijzer vormt een aanvulling op wat onze activiteitencommissie al organiseert voor de weekenden en vakanties. Wat zouden zij ‘s avonds en buiten school kunnen doen?

Marco: ‘sowieso onderneemt iedere mentor van Yadeborg één keer per kwartaal een activiteit met de jongere die hij begeleidt. Daarvoor is een budget van 30 euro beschikbaar. Zelf ben ik met mijn jongere naar de boerderij van mijn zwager geweest. De koeien, schapen en kalveren die gevoed moesten worden. Hij vond het fantastisch om ook nog op de tractor te mogen rijden. En het kostte helemaal niets.’


* Stichting Yadeborg hanteert de volgende definitie:
een incident is een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg, en heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen leiden tot schade bij de bewoner.

Contactgegevens

Yadeborg
Sportlaan 25
9481 AJ Vries
0592 - 379 444
info@yadeborg.nl